Sector Rundvee

Drie stappen naar efficiënt colostrumbeheer

Het voeren van biest bij kalveren is een veelbesproken onderwerp, en met reden, want het heeft een enorme invloed op het immuunsysteem, de vroege ontwikkeling van de darmen, de gezondheid, de groei en het toekomstige productiepotentieel van een kalf. Colostrum is rijk aan de immunoglobulinen (IgG) die nodig zijn om de immuniteit van kalveren op te bouwen en heeft een hoge voedingswaarde die verder gaat dan het niveau van energie en eiwit. Door kalveren op jonge leeftijd de juiste hoeveelheden biest van hoge kwaliteit te geven, krijgen de kalveren een voorsprong op het gebied van gezondheid en ontwikkeling.

De tijd voor colostrum is kORT:

Aangezien er tijdens de dracht geen overdracht is van antilichamen van de moeder, zijn kalveren afhankelijk van biest voor de opbouw van vroege immuniteit. Daarom moet na de geboorte, terwijl de darm van een kalf IgG kan opnemen, het volledige immuunsysteem via de biest worden verzorgd,. Dit vermogen om IgG op te nemen gaat na de geboorte echter geleidelijk verloren. In feite is de opname van IgG binnen zes uur na de geboorte al met ruim 30% verminderd (figuur 1). Dit betekent dat we, om de immuniteit van het kalf op te bouwen, de biest snel na de geboorte moeten toedienen.

Figuur 1: De schijnbare absorptie van immunoglobuline bij kalveren (Matt et al., 1982).

Naast een korte absorptieperiode kan de IgG-kwaliteit van biest ook variëren. Dit komt doordat de koe alleen IgG in de melk afgeeft tot ze afkalft. Dit betekent dat het niveau van immunoglobuline het hoogst is bij de eerste melkbeurt en lager bij elke volgende melkbeurt (figuur 2).

Figuur 2: Ontwikkeling van de IgG-concentraties van de eerste 16 melkingen na het kalven (Levieux en Ollier, 1999).

Bij een passend voedingsregime voor droogstaande koeien is er geen rechtstreeks verband tussen de voeding van het moederdier en de kwaliteit van de biest. Interessant is dat bij een hoge melkproductie direct na het afkalven het IgG-gehalte wordt verdund en het concentratieniveau van IgG in de eerst gemolken biest lager zal zijn. Daarnaast zien we dat het algemene IgG-gehalte in de biest wel toeneemt met de leeftijd van het moederdier (tabel 1).

Tabel 1: Immunoglobulineconcentratie van colostrum volgens het afkalfnummer (Heinrichs, 1996).

De hoeveelheid biest die nodig is om de immuniteit van het kalf op te bouwen, hangt af van de kwaliteit van de biest, de opname van IgG door het kalf, en het tijdstip van voeden na de geboorte. Dit brengt ons bij de 3Q-regel voor goede biestvoeding, waarbij QQQ staat voor Quick, Quality en Quantity. Voor een sterke immuniteit heeft een kalf een bloedserum IgG-gehalte van >10 g/liter nodig. Om dit niveau te bereiken moet het kalf gedurende de eerste 6 levensuren minimaal 150 g IgG toegediend krijgen.

Snel colostrum oogsten

Verzamel schoon en hygiënisch de eerste biest direct na het afkalven om besmetting te voorkomen. Besmette biest zal minder effectief IgG overbrengen en snel zijn kwaliteit verliezen.

Colostrum dat binnen 24 uur moet worden gebruikt, kan in de koelkast worden bewaard. Extra biest voor gebruik na 24 uur kan, nadat de kwaliteit is getest, worden ingevroren. Door biest met een hoog IgG-gehalte in te vriezen, kan een biestvoorraad worden aangelegd voor het geval het moederdier niet voldoende biest van hoge kwaliteit levert.

Vries overtollige biest zo snel mogelijk in kleine porties van ongeveer 0,5-1 liter in en markeer elke portie met het koenummer, de datum en de IgG-testwaarde. Kleinere volumes zijn gemakkelijker en sneller te ontdooien. Ontdooi bevroren colostrum in een warmwaterbad met een watertemperatuur van 50°C. Ontdooien bij een te hoge temperatuur (>60°C) beschadigt het eiwit en het IgG in de biest.

Testen op kwaliteit

Testing the quality of colostrum is key to ensuring the calf receives the needed number of immunoglobulins. Test colostrum with a colostrometer or with a Brix-refractometer (optical or digital) to assess the level of IgG. The first milked colostrum should have an IgG level of at least 50 g/liter. If the quality of IgG in the colostrum is insufficient, the level of IgG in the calf’s blood will be low and indicate a weak immune system. Checking every batch of colostrum before it is fed to the calf is a practice that forms the basis of good colostrum management.

Om een duidelijk beeld te krijgen van het succes van uw biestroutines kunt u het IgG-gehalte in het bloed van kalveren controleren. Als u dit op een leeftijd van 1-2 dagen doet, krijgt u een duidelijk beeld van de hoeveelheid IgG die u via uw biestmanagement en biestvoedersysteem aan het kalf hebt kunnen overdragen.

Het voeden van een voldoende grote hoeveelheid

Er zijn verschillende manieren om biest te voeren om een goede immuniteitsoverdracht naar het jonge kalf te verzekeren. Het belangrijkste is om direct na de geboorte (binnen het eerste uur) ten minste 2 liter te voeren en ervoor te zorgen dat het kalf binnen de eerste 6 levensuren nog eens 2 liter krijgt. Om de handenarbeid te verlichten, en ervoor te zorgen dat het kalf voldoende biest krijgt, kunt u bij de eerste voeding ook 4 liter geven met een speenfles. In sommige gevallen zal het kalf niet vrijwillig de volledige hoeveelheid opnemen. In die gevallen is het het beste om de resterende hoeveelheid via een slokdarmslangetje te geven of het volledige volume via een slokdarmslangetje te geven.

Een andere optie is om de biest ad libitum op staltemperatuur te voeren via een speenemmer. In het laatste geval is het belangrijk de biestopname te controleren om er zeker van te zijn dat het kalf binnen de eerste 6 uur na de geboorte ten minste 4 liter biest opneemt. De nadruk ligt op de juiste opname van biest door te kijken naar de kwaliteit, de hoeveelheid en de timing van de toegediende biest. Zolang aan VVVV (vers, vlug, veel en vaak) wordt voldaan, is er geen duidelijke voorkeur voor een van bovengenoemde systemen.

Na het geven van deze eerste biest, is de volgende keuze om over te schakelen op een melkvervanger of de volgende 2-3 dagen na de geboorte biest te blijven geven. Langdurige biestvoeding heeft voordelen, ook al neemt de darm na 24 uur geen IgG meer op om immuniteit op te bouwen. Naast IgG zitten er nog veel meer stoffen in biest die de darmontwikkeling en -gezondheid tijdens het vroege leven van het kalf ondersteunen. Hiervoor kan restbiest of overgangsmelk van de tweede of derde melkbeurt worden gevoerd.

Kortom, biestmanagement is het begin van elk gezond en efficiënt kalveropfoksysteem. Door VVVV – snel en hygiënisch verzamelen, testen op kwaliteit en zorgen dat aan de kwantitatieve behoeften wordt voldaan – vroeg in het leven toe te passen, krijgen kalveren een gezonde start. Wanneer deze inspanningen met succes worden uitgevoerd, zullen ze op latere leeftijd minder gezondheidsproblemen hebben en sneller en efficiënter groeien tijdens de opfokperiode.

Uw Earlyfeed expert
Harrie van der Vliet
Global lead ruminants

We geven deze contactpersoon op in functie van uw browselocatie. U kunt hier uiteraard ook onze andere contactpersonen en locaties raadplegen.

Wilt u vanaf het begin de touwtjes goed in handen hebben?

Een goede opfokstrategie in een vroeg stadium van de productiecyclus loont op lange termijn.
Laten we samen de jongste dieren al het nodige geven zodat ze later in het leven goed presteren.