Sector Varkens

De vetbronnen optimaliseren voor een betere verteerbaarheid van biggenvoer

Behalve uit water bestaat zeugenmelk hoofdzakelijk uit vetten, proteïnen en lactose. Het colostrum niet meegeteld, bevat zeugenmelk in termen van droge stof ongeveer 40 % vet (zie figuur 1). Vetten zijn dus een erg belangrijke bron van energie voor biggen die zogen en zorgen er ook voor dat de dieren de vetten in zeugenmelk efficiënt verteren (≈ 95 %). Ook in het speenvoer zijn vetten een belangrijke component, omdat ze de overgang van zeugenmelk naar vast voer vergemakkelijken. Daarom moet het vet niet alleen erg smakelijk, maar ook licht verteerbaar zijn om de prestaties van de biggen maximaal te stimuleren. Zwaar verteerbaar voer met een hoog vetgehalte leidt namelijk tot een verminderde voeropname en geeft indirect ook een groter risico op darmproblemen.

Figuur 1: Belangrijkste componenten van zeugenmelk (Zhang et al., 2018)

Vertering van vetten

Na de voeropname komen de vetten via de maag in de dunne darm terecht. Voor de waterige, polaire inhoud van de dunne darm deze apolaire vetten kan opnemen, moeten ze eerst een natuurlijke emulsie ondergaan. De galzouten die de lever produceert en in de dunne darm worden uitgescheiden, zorgen hiervoor. Galzouten bestaan uit galzuur geconjugeerd met glycine of taurine en breken de vetten af in kleinere deeltjes. Zo maken ze het totale contactoppervlak voor de verteringsenzymen groter (zie figuur).

Vervolgens worden de vetdeeltjes (triglyceriden) afgebroken tot monoglyceriden en vrije vetzuren door het enzym lipase, dat in de pancreas wordt geproduceerd. Daarna worden de verschillende vetbestanddelen omgeven door galzouten en monoglyceriden om micellen te vormen. De inhoud van deze micellen kan worden geabsorbeerd door de darmvilli in de dunne darm.

De doeltreffendheid van deze vetvertering hangt af van verschillende factoren zoals de vetzuursamenstelling, de kwaliteit van de vetbronnen en de leeftijd van het dier.

Figuur: Afbraak van vetten in kleinere vetdeeltjes door de galzouten

Factoren die de verteerbaarheid beïnvloeden

Vetzuursamenstelling

De gebruikte vetbron heeft bij biggen een duidelijk effect op de verteerbaarheid (zie tabel). Bovendien is dit effect groter bij jongere dieren. De efficiëntie van de vetvertering hangt af van twee dingen: de ketenlengte van de vetzuren en de verhouding tussen onverzadigde en verzadigde vetzuren. Korte- en middellangeketenvetzuren zijn veel lichter verteerbaar en worden beter opgenomen dan langeketenvetzuren. Kokosvet, bijvoorbeeld, is rijk aan middellangeketenvetzuren. Daarom verteren vooral jonge biggen het beter dan andere vetten. Ook onverzadigde vetzuren verteren ze gemakkelijker, omdat die beter in micellen kunnen worden omgezet dan verzadigde vetten. Daarom is het raadzaam om speenvoeders te verrijken met sojaolie in plaats van dierlijk vet, ook al is het laatstgenoemde vet smakelijker.

Weken na het spenen1234
Dierlijk vet70748284
Kokosvet82819090
Sojaolie73798989
Tabel: Schijnbare verteerbaarheid (%) van vetbronnen als functie van de leeftijd na het spenen (Cera et al.)

Vetkwaliteit

Vetten met een hoog gehalte aan vrije vetzuren in het voer zijn minder verteerbaar. De reden is dat er meer galzouten nodig zijn om vrije vetzuren in micellen op te nemen dan bij monoglyceriden. Geoxideerde vetten beïnvloeden de verteerbaarheid ook negatief. Goede vetten bevatten minder dan 5-10 % vrije vetzuren, weinig radicalen en worden niet ranzig. Daarom is het raadzaam vetten te analyseren op ranzigheid door het peroxidegehalte, de vrije vetzuren, de p-anisidinewaarde … te meten.

Leeftijd van het dier

Tijdens het spenen is het maagdarmkanaal van de biggen nog niet volledig ontwikkeld. In dat levensstadium is het niveau van de galzoutproductie erg laag en zijn er onvoldoende galzouten aanwezig om de aangevoerde vetten te emulgeren en om te zetten in micellen. Daardoor worden niet alle vetten in de dunne darm verteerd. Vooral bij biggen die jong gespeend zijn, is de vetvertering nog laag (tabel).

Conclusie

Vetten leveren een aanzienlijk deel van de beschikbare energie in biggenvoer. Daarom is het belangrijk om de vetvertering optimaal te stimuleren. Om die reden verrijkt Earlyfeed de prestarters van Babi en de concentraten van Vitastart met kokosvet. De biggen verteren dit duidelijk beter dan andere vetten. Zo kunnen de biggen op een economische manier hun volledige groeipotentieel verwezenlijken met een optimale darmgezondheid.

Uw Earlyfeed expert
Delphine Van Zele
Product Manager Swine

We geven deze contactpersoon op in functie van uw browselocatie. U kunt hier uiteraard ook onze andere contactpersonen en locaties raadplegen.

Wilt u vanaf het begin de touwtjes goed in handen hebben?

Een goede opfokstrategie in een vroeg stadium van de productiecyclus loont op lange termijn.
Laten we samen de jongste dieren al het nodige geven zodat ze later in het leven goed presteren.