Sector Varkens

De vroege darmmaturatie van biggen

Het maagdarmkanaal van biggen is een zeer complexe omgeving. Niet alleen moet het ziekteverwekkers en toxines weren, maar ook de actieve en passieve opname van nutriënten waarborgen. Doordat zeugen in de moderne varkenshouderij hoogproductief zijn en de toomgroottes toenemen, komt dit ingenieuze systeem onder zware druk te staan. Daarom zullen jonge dieren die optimaal biest krijgen, gecombineerd met een speciaal ontwikkelde prestarter zoals Babito®, een snellere darmmaturatie en een vlotter speenproces doormaken.

Prenatale maturatie

De maturatie van het maagdarmkanaal bij biggen begint al in de prenatale periode. Kort na de geboorte (neonataal) versnelt het proces zich en ook na het spenen gaat het verder. Tijdens de dracht ondergaat het maagdarmkanaal verschillende morfologische en functionele veranderingen die teweeggebracht worden door hormonen, groeifactoren en luminale factoren of producten. De toename van het cortisolgehalte valt samen met de ontwikkeling van het maagzuur, de afscheiding van gastrine en enzymatische activiteiten. De inname van vruchtwater door de foetus moduleert ook de prenatale ontwikkeling van het maagdarmkanaal, maar lijkt minder belangrijk te zijn (Sangild et al., 2000). In een vroeg stadium van de dracht beginnen zich in de dunne darm villi te ontwikkelen, gevolgd door de crypten in een later stadium. De epitheliale cellen in de dunne darm ontwikkelen zich onder andere als enterocyten, waardoor de big aminozuren, suikers, ionen, vetten en meer kan opnemen. In tegenstelling tot de relatief goed ontwikkelde dunne darm, komt de dikke darm meestal vanaf twee weken na de geboorte tot maturatie.

Neonatale maturatie

Na de geboorte ondergaat het maagdarmkanaal een aanzienlijke transformatie (tabel 1).  Uit onderzoek blijkt dat de grootte van de duodenale enterocyten toeneemt van 14,6 µm bij de geboorte tot 20,0 µm, 25,7 µm en 33,7 µm op respectievelijk dag 3,7 en 14 na de geboorte (Godlewski et al., 2005). Deze indrukwekkende groei en ontwikkeling en de biologische werking van het maagdarmkanaal worden voornamelijk bepaald door de samenstelling en hoeveelheid biest en melk.

Anders dan bij de mens zijn de maternale en foetale circulatiesystemen gescheiden door epitheliale lagen (epitheliochoriale placenta). Dit bemoeilijkt de immuunoverdracht van maternale immunoglobuline G (IgG) via de placenta. Rapporten geven aan dat de transferroute (placenta of biest) geen invloed heeft op de kwaliteit van de IgG. Daarom is het belangrijk om zo veel mogelijk biest aan pasgeboren biggen te geven. De macromolecule IgG moet opgenomen zijn voordat de darmen zich sluiten (binnen 24 uur na de geboorte). Biest is ook een bron van onmisbare nutriënten en energie voor de biggen, die geboren worden met lage energiereserves. Ten slotte bevordert biest de maturatie van het maagdarmkanaal door zijn gehalte aan bioactieve stoffen zoals lactoferrine, lysozymen, lactoperoxidase, epidermale groeifactor en insulineachtige groeifactoren.

De colostrumproductie verhogen

Een vlot werpproces is essentieel voor een efficiënte colostrumproductie. Aangepaste, vezelrijke voeders aan het einde van de dracht en het begin van de lactatie heeft een laxerende werking en vermindert het risico op constipatie. Er is veel calcium nodig voor de productie van colostrum/melk en dit wordt voornamelijk uit het beendergestel gehaald. De nodige aandacht voor de elektrolytenbalans in het zeugenvoer zorgt ervoor dat het dier voldoende calcium mobiliseert. Uit onderzoek bleek ook dat zeugen waarvan de conditie achteruitgaat minder colostrum produceren (Quesnel, et al., 2015). Daarom wordt algemeen aangeraden om zeugen te voederen volgens hun nutritionele behoeften en conditie. Een andere mogelijkheid om de biestopname bij biggen te verhogen, is alternerend zogen.

Babito®, snoepvoer ontwikkeld voor darmmaturatie

Naarmate de opname van colostrum/melk beperkend wordt voor moderne biggen, is het essentieel dat de maturatie van het neonatale maagdarmkanaal wordt voortgezet door dit proces al vroeg met de opname van vast voer te ondersteunen.  Dit betekent echter niet dat de biggen om het even welk voeder mogen krijgen. Uit voortdurend onderzoek blijkt dat zelfs het wereldwijd erkende neonatale snoepvoer Babito® kan worden verbeterd door bepaalde bioactieve componenten afkomstig uit melk toe te voegen: 14 dagen na de geboorte zijn de villi 9 % groter als deze methode wordt toegepast (figuur 1). Bovendien wordt de groei van goede bacteriën zoals Lactobacilli gestimuleerd en de hoeveelheid pathogene Enterobacteriaceae teruggedrongen. Dankzij de zorgvuldig geselecteerde grondstoffen in Babito® wordt bovendien de afscheiding van zuren en enzymen gestimuleerd, waardoor de het maagdarmkanaal zich beter kan aanpassen aan plantaardige grondstoffen en later in het leven beter presteert (figuur 2).

Conclusie

Door zeugen nauwgezet te voederen en pasgeboren biggen in een vroeg stadium vast voer (Babito®) te geven, wordt de maturatie van het maagdarmkanaal van de biggen bevorderd, zodat ze goed en gezond opgroeien en vlotter overschakelen rond het spenen.

Uw Earlyfeed expert
Delphine Van Zele
Product Manager Swine

We geven deze contactpersoon op in functie van uw browselocatie. U kunt hier uiteraard ook onze andere contactpersonen en locaties raadplegen.

Wilt u vanaf het begin de touwtjes goed in handen hebben?

Een goede opfokstrategie in een vroeg stadium van de productiecyclus loont op lange termijn.
Laten we samen de jongste dieren al het nodige geven zodat ze later in het leven goed presteren.